Hier vind je het een programma van alle cursussen die ik voor de winter en het voorjaar van 2024 heb gepland:
Beeldhouwen in hout op maandag middag van 14.00-16.00
Beeldhouwen en boetseren op dinsdagavond van 19.30-22.00
Proeflessen voor deze twee cursussen 5 lessen voor € 105,-
Je mag altijd binnen lopen om te kijken.
Basiscursus 3D printen op 2 lessen, data op afspraak met 2 of meer deelnemers. €110,-
14.00-16.00
Kennismaking met smeden op alle dagen door de week en zaterdag, blokken van 2 uur, bel voor een afspraak. €75,-
Kennismaken met lassen op alle dagen door de week en zaterdag, blokken van 2 uur, bel voor een afspraak €75,-
Tag archieven: Leren werken met klei
Portret boetseren.
Over het boetseren van een kop heb ik al vaker geschreven.
Het blijft fascinerend, hoe je het karakter van een persoon kunt vangen in klei.
Het mooie van een kop maken, is dat je uitdrukking en emoties kunt vast leggen. Ook is het fijn, omdat het heel concreet is.
Een hooft heeft oren, neus, mond, ogen, haren enz.
Het doel is eigenlijk heel duidelijk.
Maar dan begint het pas.
Hoe ziet de neus eruit, waar zit die? Hoe krijg ik een sprekende mond.
Waar zitten de oren en wat zijn dat ingewikkelde dingen!
Voor een beginnend boetseerder is het vaak een moeilijke zoek tocht, met veel obstakels en hindernissen.
Het is zoeken naar de verhoudingen en de juiste vormen.
Vaak is het zo moeilijk, dat je als cursist denk, nu heb ik een mooie neus, daar blijf ik af. Terwijl hij eigenlijk nog niet helemaal op de goed plek zit.
Juist bij een portret moet je al zoekend werken en vooral niet te klein denken.
Meestal wordt er te pietepeuterig en te bang gewerkt.
Je bent blij met wat je hebt en durft niet opnieuw een neus te maken.
Toch is het beter om spontaner te werken.
Om meer los te komen van je maniertje, kun je jezelf beperkingen op leggen. B.v. je mag alleen met één bepaald soort gereedschap werken.
Of je mag niet vergen en strijken. Zo dwing je jezelf om op een andere manier te werken. Door de beperking moet je andere oplossingen verzinnen.
Je kunt ook naar andere kunstenaars kijken die portretten hebben gemaakt. Zo zie je dat het niet altijd nodig is om perfect anatomisch juist te werken. Het gaat om hoe het portret overkomt, wat drukt het uit.
Wat is het karakter van de persoon.
Een kunstenares die een hele mooie website heeft met veel inspirerende video’s en films is: Mooniq Priem.
Het is een genot om haar te zien werken.
Voor jezelf kan het ook goed zijn een aantal korte schetsen te maken, om niet te lang vast te blijven zitten aan je kop. Zodat je niet in de valkuil trapt van verder prutsen.
Als je b.v. aan 3 koppen tegelijk werkt, kun je telkens weer wat afstand nemen en met frisse blik kijken.
Een bekende Nederlander boetseren.
Voor beginnende cursisten heb ik een serie opdrachten.
De opdrachten zijn handvaten om technieken en beeldende vormen te zoeken.
Ze dienen om je fantasie op een spoor te zetten. Of te onderzoeken wat je wel en niet wilt maken en leuk vindt.
Alles moet je leren, ook boetseren.
De opdracht in dit geval, was een passage/ persoon uit een boek, film of computerspel, als inspiratie bron te nemen.
Plamyre houd erg van de gedichten en gedachten spinsels van Leo Vroman.
Haar inspiratie is onderstaand gedicht.
Het idee was in eerste instantie een hoofd te maken waaruit warrige delen staken.
Palmyre begint met het boetseren van het hoofd van Leo Vroman.
Uiteindelijk vind ze het boetseren van het hoofd zo interessant en boeiend, dat ze besluit het hierbij te laten.
Een goed lijkend portret vind ze belangrijk, dat is haar nieuwe uitdaging.
Zo zie je dat een opdracht een heel anders kan op kan gaan, dan je eerst van plan bent. Dat is goed, je moet ontdekken, spelen en kiezen.
Het is een hele kunst om van foto’s een portret van iemand te maken.
toch is het Plamyre goed gelukt.
In deze dia serie zie je goed, de ruimtelijkheid van een portret.
Het achterhoofd is net zo belangrijk, als het gezicht. Samen zijn ze een grote vorm, die maakt, dat het een herkenbaar en menselijk portret wordt.
Van alle kanten moet het een geloofwaardig persoon zijn.
Dat is één van de dingen, die ik je kan leren.
Let ook op het afsnijden van de schouders. In dit geval is het lichaam als sokkel voor het hoofd gebruikt.
Hoe je dat doet, heeft veel invloed op de vorm en het portret.
Over elk detail moet je nadenken en keuzes maken.
Boetseren en beeldhouwen in het tijdperk van het corona virus.
Net als al mijn collega’s heb ik mijn lessen moeten stoppen i.v.m. het corona virus. Het centrum in het Tolhuis waar ik een ruimte huur ging dicht en is nog steeds niet weer open.
Mijn laatste lessen zouden deze week zijn, maar ik heb mijn cursisten al die tijd niet kunnen zien.
Nu heb ik binnenkort een kleine bijeenkomst georganiseerd, zodat we elkaar weer eens spreken en voorbereidingen kunnen treffen voor volgend seizoen.
Dat er veel is veranderd en nog gaat veranderen staat wel vast.
Mijn lessen kunnen niet meer zo worden ingericht als hiervoor.
De cursisten moeten onderling genoeg afstand hebben, ik mag ook niet te dicht bij komen.
Er is een protocol in de maak voor cultuur educatie, daarin staat hoe ik te werk zal moeten gaan.
De gezellige koffie pauze in de kantine zit er niet meer in.
Een grote groep vaan 15 cursisten past niet in het lokaal.
Willen de cursisten nog wel komen?
Allemaal onzeker heden die ik op dit moment niet kan overzien.
Net als de “Fles van Klein” , die Wim gemaakt heeft.
Dit is een bijna onbegrijpelijke vorm, je moet hem maken om te snappen wat het is.
Zo ga ik het ook maar met mij lessen doen, stap voor stap een nieuwe vorm en werk methode ontdekken.
Wil je informatie dan kun je me altijd bellen of mailen.
Een abstracte vorm boetseren.
Vaak wordt er gedacht dat abstract werken makkelijker is, dan een figuratief beeld maken.
Eigenlijk is het allebei even moeilijk.
Om abstract te kunnen werken heb je veel fantasie nodig en je moet niet te bang zijn.
Dit beeld is gemaakt door Agnes, ze zegt weliswaar altijd “ik doe maar wat”,
Daarin zit meteen de kern, je moet jezelf de vrijheid geven maar zo iets te doen.
Dit zomaar iets doen stimuleer ik graag als docent.
Tot op een bepaald punt, want opeens is het toch een beeld en moet het aan bepaalde eisen voldoen om een aangenaam en interessant object te worden.
Een abstract beeld moet net als ieder beeld ruimtelijk zijn en als het kan van geen kant het zelfde.
Het mag eigenlijk geen voor en achterkant hebben.
En je mag het beeld niet in één oogopslag snappen.
Bij dit beeld van Agnes is dat goed gelukt.
Je kunt het mooi zien op de foto’s.
Wat ook heel belangrijk is, is de spanning op de vorm.
Dat is iets waar ik vaak op moet wijzen. Het mag geen slappe boel lijken. het ding moet fier overeind staan.
Dat is een van de moeilijkste dingen bij het werken met klei.
Klei is slap en wil graag inzakken. toch moet je proberen om het goed en sterk overeind te houden.
Vooral het afwerken, als de klei al harder is is dan heel belangrijk en een nauwkeurig en tijdrovend werk.
Op dit laatste traject geef ik haar vaak nog wat aanwijzingen.
Door het beeld op te ruwen als het leerhard is verdoezelt Agnes kleine oneffenheden.
Je ziet dat het beeld veel beweging heeft.
Ander werk van Agnes zie je hier in dit blog wat ik eerder schreef.
Waar vind ik inspiratie ?
Eén keer eerder heb ik dit onderwerp behandeld.
Eigenlijk zou ik dat vaker kunnen doen, want het is heel belangrijk.
Hoe verzin je iets om te maken?
Voor Yvonne is hier een boek wat ze mooi vindt haar inspiratie bron.
De kleine prins op zijn planeet is een verhaal, wat tot de verbeelding spreekt.
Je kunt er over fantaseren wat hij daar beleeft.
Als je er een beeld van maakt, visualiseer je het als het waren en gaat het weer een eigen leven leiden.
Als je het verhaal niet kent, denk je, bij het zien van het beeld, misschien: wat doet dat ventje op die bol?
Wat heeft hij raar piekhaar.
Of wat is dat voor reus op een wereldbol?
Of zou het iets met voetbal te maken hebben?
Zo komen er weer allerlei nieuwe beelden en associaties bij mensen boven.
Dat is het leuke van verbeelding.
Het boetseren van kleine dierfiguren.
Herman is een meester in het boetseren van kleine dierfiguren.
Hij haalt zijn inspiratie uit dierenboeken en natuur tijdschriften.
Je kunt het niet zo gek bedenken of hij heeft het dier al eens in klei gemaakt.
Behalve de regenworm wil maar niet lukken. Hij heeft één keer een poging gedaan, toe is hij helaas gebroken.
De kleine tijger zit op een tak, zijn dieren zitten meestal ergens op.
Boetseer technisch is dat slim, zo zijn de tere poten beter beschermd tegen afbreken. Dieren worden vaak gefotografeerd, als ze ergens opzitten.
Herman werk intuïtief, hij begint gewoon en na een paar lessen zit er een aantrekkelijk diertje je aan te kijken. Ondanks zijn beperkte zicht, slaagt hij erin het karakter van het dier vast teleggen.
Het boetseren van een portret.
Het boetseren van een portret is een moeilijke opgave.
Wim heeft zich als doel gesteld een portret te maken van zijn vrouw.
Eigenlijk is het beter om de persoon die je wilt maken voor je te hebben zitten, zodat je hem of haar ruimtelijk kunt zien.
Van foto’s interpreten is veel lastiger, omdat ze plat zijn.
Maar goed, dat kan nu eenmaal niet altijd.
Het is belangrijk goed te beginnen. De kop boetseer je op een lange stok, zorg ervoor dat hij vergenoeg boven de grond zweeft, want je moet ook goed bij de kin en hals kunnen komen.
De basis vorm is eigenlijk het belangrijkst, dat bepaalt de verhoudingen. Een hoofd is een soort ei, met de kin als punt. De hoogt, lengte en breedte bepalen of iemand lijkt. Voor de gelijkenis is het ook heel belangrijk hoe het hoofd op de nek staat.
Hoe draagt iemand zijn hoofd.
Je kunt een persoon aan zijn schaduw achter een laken herkennen, dat betekent, dat veel details er niet toe doen om iemand te herkennen. Wel de grote vorm en lijnen.
Als je met foto’s werkt, zorg er dan voor dat je van alle kanten foto’s maakt.
Nu is de grote vorm naar tevredenheid en kan het zoeken naar de positie van de ogen, neus en mond beginnen. Daar voor kun je hulp lijnen trekken. Plaats neus, ogen, mond en oren eerst vooral niet te precies, zodat je ze makkelijk weg kunt halen of verplaatsen.
Maak je meteen een mooi oog en zit het niet op de goede plek, dan heb je er niks aan. Gun je zelf de vrijheid om te blijven zoeken en veranderen. Dan krijg je het beste resultaat.
Wim heeft lang en gedetailleerd aan zijn portret gewerkt.
Het haar is ook belangrijk, want het vormt een volume wat zorgt voor herkenning.
De ogen zijn het moeilijkst, daar ga ik later wel eens op in.
Ook de mond zorgt voor veel uitdrukking, hier is ze nog te strak.
Wel zie je al mooi de vormen van de wangen en hoe de mond en kin eruit komt.
Als het portret klaar is wordt het uitgehold en gebakken.
We hebben kranten op de stok gedaan, zodat het al gedeeltelijk hol is. Voor de zekerheid lichten we de schedel en kijken of de wanddiktes egaal zijn.
Het bakken is goed gegaan.
Je kunt hier zien dat de uitstraling van gebakken klei weer heel anders is.
Het is een mooi dromerig hoofd geworden.
Proef lessen boetseren en beeldhouwen.
Overweeg je om een cursus boetseren of beeldhouwen te gaan volgen, maar weet je niet of het wel wat voor je is?
Meteen een hele jaar cursus boeken vind je wat veel.
Dan is er nu een mogelijkheid om 5 proeflessen te nemen voor €95,-
Je kunt dan kennismaken met het ruimtelijk werken.
Je snuffelt er even aan. Beeldhouwen is een traag vak.
Je kunt je aanmelden door een mail te sturen
naar info@habekotte.com
Als het bevalt kun je in September verder gaan.
De lessen worden gegeven in het Tolhuis 4444, te Nijmegen.
Van 19.30-22.00
Je moet oude lap, een plankje en een plastic zak meebrengen.
Problemen met bakken van klei.
Zoals belooft zou ik uitleggen wat er mis ging met de poes van Dicky.
De kop van de kat is er afgeknapt, omdat er lucht tussen de klei zat.
De onderste twee pijlen wijzen naar een glad oppervlak, dat betekent dat er een luchtbel zat. Ook de haarschuren wijzen op lucht.
Op de foto’s zie je de ruimte tussen de worstjes erg goed. De worstjes klei zijn niet mooi aan elkaar gezet aan de binnenkant. De dikte tussen de worstjes varieert te veel, hierdoor ontstaat spanning bij het bakken.
De warmte moet gelijkmatig over de klei verdeeld worden, dat geeft spanning op plaatsen waar de wand erg dun is. Ook aan de binnenkant moet je een beeld van klei altijd zorgvuldig afwerken.
Met fijne chamotte klei komt het nog nauwkeuriger.