Tag archieven: ogen

Een nestkast in de vorm van een hoofd.

Wim heeft een plan, hij wil een nestkast voor vogels in de vorm van een hoofd maken.
Daarvoor moet hij eerst een holle vorm boetseren, om er daarna een hoofd van te maken.
De mond, neus en oren worden er op gezet. Het mag een beetje een vreemde kerel worden. Om de nestkast schoon te kunnen maken krijgt hij een petje op, dat kan er af en zo kun je in de nestkast kijken.

Nestkast als karakterkop.

Het boetseren van ogen is altijd moeilijk, Wim heeft het goed aangepakt.
Er zit een gaatje in de pupil.
Aan de achterkant is het hoofd zo gemaakt dat het stevig tegen een stam van een boom gehangen kan worden. De oren dienen al ophang punten.
Na het bakken is het hoofd geglazuurd, zodat het beter tegen weersinvloeden beschermd is.
En er moet een aanvliegopening in komen, de grote bepaald welke vogel in het hoofd mag wonen.

nestkast hoofd
Zoeken naar een goede plek voor het aan vlieg gat.

Bij het maken van een karakterkop, mag je lekker overdrijven en kun je je uitleven op de vormen van de neus, mond en gezicht.
Dat maakt het leuk om te doen.

Portret boetseren.

Over het boetseren van een kop heb ik al vaker geschreven.
Het blijft fascinerend, hoe je het karakter van een persoon kunt vangen in klei.
Het mooie van een kop maken, is dat je uitdrukking en emoties kunt vast leggen. Ook is het fijn, omdat het heel concreet is.
Een hooft heeft oren, neus, mond, ogen, haren enz.
Het doel is eigenlijk heel duidelijk.
Maar dan begint het pas.
Hoe ziet de neus eruit, waar zit die? Hoe krijg ik een sprekende mond.
Waar zitten de oren en wat zijn dat ingewikkelde dingen!
Voor een beginnend boetseerder is het vaak een moeilijke zoek tocht, met veel obstakels en hindernissen.

Het is zoeken naar de verhoudingen en de juiste vormen.
Vaak is het zo moeilijk, dat je als cursist denk, nu heb ik een mooie neus, daar blijf ik af. Terwijl hij eigenlijk nog niet helemaal op de goed plek zit.
Juist bij een portret moet je al zoekend werken en vooral niet te klein denken.

Meestal wordt er te pietepeuterig en te bang gewerkt.
Je bent blij met wat je hebt en durft niet opnieuw een neus te maken.
Toch is het beter om spontaner te werken.
Om meer los te komen van je maniertje, kun je jezelf beperkingen op leggen. B.v. je mag alleen met één bepaald soort gereedschap werken.
Of je mag niet vergen en strijken. Zo dwing je jezelf om op een andere manier te werken. Door de beperking moet je andere oplossingen verzinnen.

Je kunt ook naar andere kunstenaars kijken die portretten hebben gemaakt. Zo zie je dat het niet altijd nodig is om perfect anatomisch juist te werken. Het gaat om hoe het portret overkomt, wat drukt het uit.
Wat is het karakter van de persoon.

Een kunstenares die een hele mooie website heeft met veel inspirerende video’s en films is: Mooniq Priem.
Het is een genot om haar te zien werken.

Voor jezelf kan het ook goed zijn een aantal korte schetsen te maken, om niet te lang vast te blijven zitten aan je kop. Zodat je niet in de valkuil trapt van verder prutsen.
Als je b.v. aan 3 koppen tegelijk werkt, kun je telkens weer wat afstand nemen en met frisse blik kijken.

Een heel bijzonder project.

Een project van Wim.
Hij wil “de fles van Klein” begrijpen en daarom gaat hij er één maken.
Het hele proces heeft meer dan een jaar geduurd.
Ook omdat er lessen uit gevallen zijn door corona.
Het proces van dit beeld laat zien, dat je veel geduld en doorzettingsvermogen nodig hebt om een bijzonder mooi resultaat te krijgen.

Zo is hij begonnen, hier zie je het binnenste van de fles.

Je ziet hier boven het begin van het werkstuk.
“De fles van Klein” is een wiskundig begrip, met veel toepassingen.
Wim is wiskundige en wil het principe van de fles met een oneindig oppervlak begrijpen.
“De fles van Klein” is wel vaker gemaakt, soms van glas, dan kun je de binnenkant ook zien.
Hierboven zie je ook wat er binnen in de fles van Wim zit, later als de vorm gesloten wordt, zie je het niet terug.
De vorm wordt, zoals je ziet hol opgebouwd.

Als het de vorm van de fles klaar is met één opening, maar een oneindig oppervlak, wil Wim er een beeld van maken.
Hij begint met poten en laat het langzaam groeien tot een soort draak.
Het beeld krijgt ogen, een tong en oren.
Alles wordt heel zorgvuldig aan de grondvorm vast geboetseerd.
De poten zorgen er meteen voor dat de fles niet hoeft te liggen, maar kan staan.
Hoe zorg ik ervoor dat een beeld goed blijft staan is een belangrijk beeldhouw probleem. Wim lost het goed op.

Stapje voor stapje veranderd de fles in een levend wezen.

Het wordt een vreemd wezen met een huid met schubben en stekels.
Wim kan zich helemaal uit leven in het variërend in oppervlakte structuren en kleine vormen, als vinnen, haren lelletjes enz.
Ik en de mede cursisten volgen zijn project en fantasie met aandacht en verbazing.
Uit eindelijk is het beeld klaar en wordt gebakken.
Altijd een heel spannende stap, vooral met veel kleine kwetsbare uitsteeksels.
Gelukkig gaat het allemaal goed.
De volgende stap is het beeld kleuren en transparant glazuren en nog eens bakken.
Het resultaat mag er zijn, kijk maar.

Heel mooi in detail gekleurd, met blauw, gele en groene engobe.

Het beeld van alle kanten.

Het boetseren van een portret.

Het boetseren van een portret is een moeilijke opgave.
Wim heeft zich als doel gesteld een portret te maken van zijn vrouw.
Eigenlijk is het beter om de persoon die je wilt maken voor je te hebben zitten, zodat je hem of haar ruimtelijk kunt zien.
Van foto’s interpreten is veel lastiger, omdat ze plat zijn.
Maar goed, dat kan nu eenmaal niet altijd.
Het is belangrijk goed te beginnen. De kop boetseer je op een lange stok, zorg ervoor dat hij vergenoeg boven de grond zweeft, want je moet ook goed bij de kin en hals kunnen komen.

portretboetseren
De begin vorm van het hoofd.

De basis vorm is eigenlijk het belangrijkst, dat bepaalt de verhoudingen. Een hoofd is een soort ei, met de kin als punt. De hoogt, lengte en breedte bepalen of iemand lijkt. Voor de gelijkenis is het ook heel belangrijk hoe het hoofd op de nek staat.
Hoe draagt iemand zijn hoofd.
Je kunt een persoon aan zijn schaduw achter een laken herkennen, dat betekent, dat veel details er niet toe doen om iemand te herkennen. Wel de grote vorm en lijnen.

portretboetseren
Lang vormen en bijsturen

Als je met foto’s werkt, zorg er dan voor dat je van alle kanten foto’s maakt.
Nu is de grote vorm naar tevredenheid en kan het zoeken naar de positie van de ogen, neus en mond beginnen. Daar voor kun je hulp lijnen trekken. Plaats neus, ogen, mond en oren eerst vooral niet te precies, zodat je ze makkelijk weg kunt halen of verplaatsen.

portretboetseren
Haar en oogkassen aanbrengen.

Maak je meteen een mooi oog en zit het niet op de goede plek, dan heb je er niks aan. Gun je zelf de vrijheid om te blijven zoeken en veranderen. Dan krijg je het beste resultaat.
Wim heeft lang en gedetailleerd aan zijn portret gewerkt.

Portert boetseren
Details aanbrengen

Het haar is ook belangrijk, want het vormt een volume wat zorgt voor herkenning.

portret boetseren
Alles zit erop, nu de uitwerking nog.

De ogen zijn het moeilijkst, daar ga ik later wel eens op in.
Ook de mond zorgt voor veel uitdrukking, hier is ze nog te strak.
Wel zie je al mooi de vormen van de wangen en hoe de mond  en kin eruit komt.

portret boetseren
Het portret na het bakken

Als het portret klaar is wordt het uitgehold en gebakken.
We hebben kranten op de stok gedaan, zodat het al gedeeltelijk hol is. Voor de zekerheid lichten we de schedel en kijken of de wanddiktes egaal zijn.
Het bakken is goed gegaan.

Je kunt hier zien dat de uitstraling  van gebakken klei weer heel anders is.
Het is een mooi dromerig hoofd geworden.

 

Hoe boetseer ik een poes.

Dicky gaat een poes boetseren met fijne chamottenklei.
Fijne chamottenklei bevat kleine steentjes, onder de  0,2mm.
Je kunt er preciezer en gedetailleerder mee werken, dan met grove chamottenklei  0,5mm steentjes. Een nadeel is, dat het sneller knapt bij het bakken. Je moet  zorgvuldig werken en je beeld hol opbouwen, of dunwandig uithollen. De wanddikte moet overal gelijk zijn. Grote verschillen in wanddikte moet je beslist voorkomen.

Hier zie je Diky aan het werk met de poes. Ze bouwt hem op met worstjes klei. De boetseert ze zorgvuldig aan elkaar en bouwt zo het lichaam van de poes op. Je kunt het natuurlijk uit je hoofd doen, maar vaak zijn een paar plaatjes erg handig om bepaalde details te kunnen maken en de verhoudingen te bepalen. Een levend model is natuurlijk altijd beter. Je eigen kat boetseren is erg leuk en leerzaam.
Aan de buitenkant maakt Dicky de poes mooi glad en stelt de vorm nog wat bij. De klei mag niet te vers zijn, want dan stort de holle vorm makkelijk in. Een prop kranten erin helpt ter ondersteuning en neemt meteen vocht op.

De vorm van de poes is nu klaar, details als oren, neus, en pootjes vragen wat extra aandacht. Het laten kijken van de poes is nog het moeilijkst. Daarvoor moet je soms verschillende keren pupillen maken, door met een hout je in het oog te steken. Er ontstaat dan een donker plekje, hoe dat precies zit en waar het heen kijkt, laat de poes kijken.
Tenslotte ruwt Dicky de klei nog licht op om haartjes te suggereren.

De poes is nu klaar en moet drogen om gebakken te worden.
Het laten bakken van je werkstuk is altijd weer spannend, wanneer er lucht in de klei zit kan je werkstuk uit elkaar knappen. Ongelijke wanddikte zorgt voor te veel spanning tussen de delen en dat geeft scheuren.
Helaas heeft Dicky’s poes de oven niet overleeft.
Ik zal in een volgend stuk uitleggen waarom het mis ging.